Sleepvoet

Op grasland op klei- en veengrond mag ook na 2021 de sleepvoettechniek nog gebruikt zijn, als de mest maar verdund is met water. De mest moet met minimaal één deel water op twee delen mest verdund zijn. De gebruiker van de grond moet de inzet van een sleepvoetbemester voorafgaand aan het aanwenden ook melden bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Bij de sleepvoet is de mest niet in de grond, maar op de grond gelegd.

Verdunnen van drijfmest

Er is veel discussie over het verdund aanwenden van drijfmest met de zodenbemester op zandgronden. Doel van deze mogelijkheid is om extra ammoniakuitstoot te beperken. Er vind op dit moment nog steeds overleg tussen de landbouwsectoren en het ministerie van LNV plaats hoe dit zou kunnen. Ook moet uit metingen blijken hoeveel emissiereductie de verdunning met water bij de zodenbemester oplevert.

Sleepvoettechniek

Bij de sleepvoettechniek is vrijwel niet in de grond gesneden, maar is de mest in strookjes tussen het gras op de grond gelegd. Er moet hierbij aan een aantal eisen zijn voldaan:

• De verdunde drijfmest moet in strookjes van maximaal vijf centimeter breed op de grond zijn gebracht. Voordat de mest op de grond is gebracht moet het gras zijn opgetild of zijdelings zijn weggedrukt.
• De afstand tussen de strookjes moet minimaal 15 centimeter zijn.
• Het systeem moet net als andere mestaanwendingssystemen tot aan de grond gesloten zijn.
• Elk jaar vóór het eerste gebruik met verdunde mest moet dit worden gemeld bij RVO.