
Topartikelen over groenbemesters
Groenbemesters
Om het organische stof en/of stikstofgehalte in de bodem te verhogen, wordt in toenemende mate een groenbemester gezaaid. Groenbemesters kunnen ook als vanggewas geteeld worden. Het doel hiervan is om te bodemstructuur te verbeteren en meststoffen op te vangen. Ook helpt het het tegengaan van bodemerosie. Het wordt ook ingezet als maatregel tegen bijvoorbeeld Rhizoctonia. De Japanse haver wordt daar regelmatig voor gezaaid.
Soorten groenbemesters
Vlinderbloemige groenbemesters (lupine, voederwikke en klavers) worden vooral ondergewerkt met het doel om het stikstofgehalte in de bodem te verhogen. Niet-vlinderbloemige soorten (grassen, rogge, bladrammenas, gele mosterd) verhogen het organische stofgehalte. Bladrammenas wordt dan weer specifiek uitgezaaid als lokgewas om schadelijke aaltjes te bestrijden, terwijl gele mosterd een waardplant is voor het bietencysteaaltjes. Ten opzichte van bladrammenas heeft gele mosterd het voordeel dat het nog later gezaaid kan worden, tot in september en veel snelbedekkend is. Bladrammenas heeft echter een betere wortelontwikkeling dan gele mosterd.
Verdienmodel
Steeds meer onderzoek (onder andere op proefbedrijf Vredepeel) is gericht op de drogestof opbrengst en bijdrage van het gewas in kilogram per hectares aan de effectieve organische stof (lignine). Hierdoor kan er een verdienmodel aan groenbemesters worden gekoppeld. Hoe hoger de stikstofbinding, hoe minder stikstof er over het land hoeft te worden uitgereden.