
Topartikelen over aardappelen
Aardappelen
Als we het puur hebben over areaal, dan zijn aardappelen na mais en gras het belangrijkste gewas dat in Nederland is geteeld. Het areaal lag volgens het CBS op ongeveer 170.000 hectare. Hiervan is bijna 80.000 hectare consumptieaardappelen. Een kleine 45.000 hectare zetmeelaardappelen en bijna 44.000 hectare pootgoed.
Plantgroei en teelt
Aardappelen ontwikkelen een draderig wortelstelsel. Doorgaans worden deze wortels niet langer dan zestig centimeter. In vergelijking tot graangewassen, waarvan de wortels een lengte van zeker honderdtwintig centimeter kunnen bereiken, is de aardappel dus relatief vlakwortelend. Daardoor kunnen aardappelen vaak niet profiteren van vocht en voedingselementen op grotere diepte in de bodem. Om de wortelgroei te bevorderen wordt het gewas in ruggen geteeld, ook met het oog op een goede verwatering en vanwege het vereenvoudigen van de oogst. De aardappel gedijt het best op bodems met een pH-waarde tussen 5,5 en 7,0 met een laag zoutgehalte.
Ziekte en plagen
Phytophthora is herkenbaar aan de bruine plekken op blad en stengel is zeer relevant. Andere schimmels en ziekten, die in aardappelen voorkomen zijn bijvoorbeeld bladrolvirus, phoma, lakschurft, sclerotiënrot, bruinrot, schurft en alternaria. Als we het over plaaginsecten hebben in aardappelen gaat het vaak om aardappelmoeheid (door het cystenaaltje), coloradokever, ritnaalden, wortellesieaaltje, distructoraaltje, maiswortelknobbelaaltje (chitwoodi), groene perzikluis, groene appelwants en kaswittevlieg.